dinsdag 24 mei 2011

Keynote Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam 25 mei

Goedemiddag

Het was 1998 toen ik mijn eerste mobiele telefoon aanschafte. Het was het kleinste model dat toen beschikbaar was. Ik heb nog even staan wikken en wegen, want voor dit model moest ik bijbetalen.





Ik weet nog goed dat ik trots de winkel uitliep en direct mijn vriendin belde. Ik kreeg echter maar geen gehoor. Wat deed ik toch fout? In de winkel werkte het allemaal prima. Terug naar huis eerst de handleiding maar eens doorgelezen. Bleek dat ik ook het netnummer moest draaien ook al was ik in de stad waar het abonneenummer zich bevond. Dat vond ik raar. Die telefoon moest toch kunnen weten in welke stad ik mij bevond.

Met deze telefoon kon ik alleen maar bellen. Verder niks. O ja, ik zou er ook tekstberichten mee kunnen versturen aan andere mobiele gebruikers, maar in mijn kennissenkring waren die er niet, dus aan die functie had ik niks.
Dat is nu 13 jaar geleden en als je me toen verteld had dat er zoiets zou komen als een smart Phone waar je mee kan internetten, e-mail kan ontvangen en versturen, de krant kan lezen en bankieren, dan had me dat een sterk verhaal geleken. Aan de andere kant had ik weinig verstand van dat soort dingen, dus ik had het waarschijnlijk voor zoete koek aangenomen.

Nu heb ik een iPhone waar ik werkelijk meer mee kan dan ik kan bedenken. Waar ik ook ben, ik heb altijd al mijn e-mail, adresboeken en agenda’s op zak. Er zit een navigatiesysteem in dat rekening houdt met de actuele verkeerssituatie. Als ik 'm op een ster richt verteld ie me welke ster het is en als ik naar een vliegtuig wijs vertelt ie me wat voor vliegtuig het is, waar die vandaan komt, waar die naar toe gaat en hoe hoog die vliegt.
Op mijn iPod staan 1000 albums. 13 jaar geleden had ik me niet kunnen voorstellen dat ik überhaupt zoveel albums zou hebben. Vervolgens heb ik nog een iPad waarop ik alle Volkskranten van de afgelopen maand bij me heb, 400 boeken meezeul, maar ook veel verschillende toepassingen, waaronder educatieve.





Ondertussen worden we overladen met sociale media zoals Hyves, Facebook en Twitter. Gevolg van dit alles is dat we altijd voor elkaar bereikbaar zijn en continu van elkaar weten wat we aan het doen zijn en indien we dat willen, ook waar we uithangen (tot op de meter nauwkeurig wereldwijd).





Het is nog maar kort geleden, dat wanneer je de deur van je huis of werk achter je dichttrok, niemand meer wist waar je was of wat je deed. Laat staan dat ze je konden bereiken. Daar hoef je nu niet meer mee aan te komen.

Kinderen die na de aanstaande zomervakantie beginnen aan de basisschool, zijn vaak al goed bekend met deze nieuwe gadgets. Soms gebruiken ze het zelf al, maar in ieder geval zien ze het overal om zich heen gebruikt worden en maken ze een normaal onderdeel uit van hun wereldbeeld. Wij begeleiden deze kinderen de eerste 8 jaar van hun schoolcarrière om straks zelfstandig hun positie in de maatschappij te kunnen gaan innemen en op hun eigen wijze hun bijdrage hieraan te kunnen leveren.





Zij zullen in 2074 met pensioen gaan. Dat duurt dus nog even. Wie van ons weet wat er tussen vandaag en 2074 aan media ontwikkeld wordt? Wie weet welke beroepen dan belangrijk zijn en welke niet meer bestaan? Laten we eerlijk zijn, toen ik op de lagere school zat (en ik vind dat nog niet eens zo heel lang geleden) kon ik niet weten dat ik zou gaan doen wat ik nu doe. Als ik het wel geweten had, hadden mijn meesters en juffen het niet begrepen. Onderwijskundig adviseur (dat nog wel misschien) ICT? Informatie en communicatie technologie? Nou ja, die ene die graag naar De Wondere Wereld van Chriet Titulaer keek, had misschien enig idee waar de afkorting voor stond, maar wat je daar op een school mee moest?

Zo is het volgens mij ook met de kinderen die nu bij ons op school zitten. We weten niet hoe de toekomst er uitziet. We weten alleen dat veranderingen elkaar steeds sneller opvolgen en dat je over een behoorlijke dosis flexibiliteit en creativiteit moet blijven beschikken om bij te blijven. Deze eigenschappen worden steeds belangrijker. Er zijn echter redenen om aan te nemen dat naarmate je langer op school zit, je er minder goed in wordt. Zie ook deze bijdrage van Sir Ken Robinson aan TED 2006.

Tegenwoordig werkt iemand gemiddeld 7 jaar voor dezelfde baas om dan weer te jobhoppen. Je diploma is nog steeds een belangrijk startdocument, maar daarna ga je de werkende wereld in die bijzonder veranderlijk is. Tegen de tijd dat onze kleuters met pensioen gaan hebben ze meer dan 17 banen gehad. De meeste van die banen bestaan nu nog niet.

Vanmiddag gaan we verschillende toepassingen en apparaatjes bekijken. Dat is natuurlijk erg leuk. Ga er ook vooral even mee spelen, maar bedenk ook eens op welke wijze je deze toepassingen creatief en flexibel kunt inzetten en ook hoe je de creativiteit en flexibiliteit van kinderen hiermee kunt stimuleren? Probeer out of the box te denken? Tot in hoeverre gaan voor kinderen de schoolwereld en de thuiswereld integreren? Ga je bijvoorbeeld met een tablet thuis gewoon nog even verder waar je op school gebleven was en andersom? Hoe wordt je als leerling nog uitgedaagd? Wat is er vandaag nodig om enthousiasmerend onderwijs te geven? Hoe blijf je flexibel en creatief?


Picasso zij ooit: "iedereen wordt creatief geboren. Het is de kunst het te blijven".

Ik wens jullie een goede middag.


Deze blog mag in zijn geheel worden overgenomen mits er aan goede bronvermelding gedaan wordt, met een verwijzing naar: www.martijndewinter.nl

zondag 28 november 2010

Leren lezen in de toekomst, AVI ten einde?

Leren lezen is eigenlijk per definitie een persoonlijk proces dat zich moeilijk laat vatten in klassikale methodes. Ondanks dat verschillende uitgeverijen er behoorlijk in zijn geslaagd dit in een vastgelegd proces te vatten, is het in veel gevallen de leerling die adaptief is ten opzichte van de methode in plaats van andersom.
Wanneer leerlingen eenmaal op een behoorlijk niveau kunnen lezen beginnen we met begrijpend lezen. Alsof het er daarvoor niet zoveel toe deed waar het over ging. Oké, ik snap het verschil ook wel. De techniek van het lezen op zich is natuurlijk wat anders dan begrijpen en invoelen wat de schrijver heeft bedoeld. Technisch lezen en begrijpend lezen zullen echter versmelten en eenvoudiger eigen gemaakt kunnen worden naarmate onderstaande techniek zich zal ontwikkelen.

Op dit moment hebben scholen nog steeds een flinke bibliotheek vol boeken die wordt uitgeleend en ingenomen door een biebmoeder die dat met grote inzet organiseert. Je hoeft echter geen helderziende te zijn om te snappen dat leerlingen straks met hun e-book altijd alle leerboeken bij zich hebben inclusief alle bibliotheekboeken natuurlijk. Zeker voor leerlingen in het voorgezet onderwijs is dit een verschil van enkele kilo's en het scheelt de school een compleet lokaal vol boeken. Leerlingen die in de fase van het leren lezen zitten, zullen nog niet zoveel boeken hebben, toch is het e-book met name voor hen interessant.

Het leesonderwijs zal door het e-book een enorme boost krijgen. Er staat namelijk iets te gebeuren dat tekst 2.0 heet. Jij kijkt als lezer namelijk niet alleen naar je e-book, je e-book kijkt nu ook terug!




Terwijl je een e-book aan het lezen bent volgt een camera je oogbewegingen. Je e-book weet nu precies waar je bent met lezen en geeft met een soort leeswijzer aan waar je bent, zodat je sneller en beter kan lezen. Ook registreert de camera wanneer je moeite hebt met het lezen van een bepaald woord. Je oog blijft daar namelijk een fractie op hangen. Je e-book kan vervolgens dat woord in lettergrepen opdelen waardoor je het makkelijker kan lezen, of synoniemen weergeven wanneer de woordbetekenis het probleem is. Wanneer dat nog niet genoeg is, kan het afbeeldingen weergeven die de betekenis illustreren. Bekijk onderstaande filmpje maar eens waar men al een aardig eind op weg is.



Lezen wordt op deze manier een stuk eenvoudiger. Met name het bepalen van het leesniveau van een leerling wordt zo wel erg gemakkelijk. Het e-book kan teksten op maat aanbieden die exact dat trainen wat de leerling nodig heeft. Dat kan vele male adaptiever dan welke AVI-indeling dan ook.
Wanneer deze ontwikkeling op onderwijskundig gebied goed wordt onderzocht en ingezet, leren we wellicht beter lezen dan ooit. Wanneer we alleen gebruik maken van de mogelijkheid het lezen eenvoudiger te maken worden we luie lezers, omdat het e-book onze tekortkomingen aanvult in plaats van ons wat te leren.

Deze blog mag in zijn geheel worden overgenomen mits er aan goede bronvermelding gedaan wordt, met een verwijzing naar: www.martijndewinter.nl

zondag 21 november 2010

Holografie in het klaslokaal?

Nu we min of meer gewend zijn aan de nieuwe wijze van presenteren in de klas met digibord of touchscreen, staan de nieuwe ontwikkelingen alweer op de stoep.

De digiborden zullen langzaamaan plaats gaan maken voor touchscreens die groter en dunner worden. Zo zag ik onlangs een touchscreen met een diameter van enkele meters. Die is zo groot dat deze op de grond moet staan anders kan je de bovenkant niet meer bedienen.
Gewoon in de winkel staat al een televisie van maar 4mm dik. Dat is dus dunner dan je 4mm kunt typen. Er zal ook vast nog een slimme jongen zijn die dit terugbrengt tot 1mm, zodat je het per rol kan kopen en met behangerslijm bevestigd. Afhankelijk van het aantal rollen dat je koopt, maak je het scherm zo groot je wilt.




Dat is allemaal leuk en aardig en laat maar komen die handel. Maar het duurt misschien wel niet eens zo heel lang meer of je hebt voor beeld helemaal geen scherm meer nodig. Hetgeen je wilt zien staat gewoon voor je. In de lucht! Een projectie in het niets. De ultieme virtuele realiteit. Holografie!
Het is een techniek die vooralsnog in labomgevingen werkt, maar kijk naar de onderstaande filmpjes en droom eens weg:



Stel je nu eens voor dat je een leerkracht driedimensionaal kan projecteren in de klas. Dat iedere leerling zijn eigen onderwijsassistent kan vormgeven. Dat er naast iedere leerling een onderwijs-avatar zit die net zo geduldig als een computer eindeloos instructie geeft, dingen voordoet zonder te zuchten en altijd direct de juiste bronnen beschikbaar heeft. Dat jij als leerkracht er pas bijgeroepen wordt wanneer de avatar signaleert dat er aandacht, warmte en een arm om een schouder nodig is.
Of je wordt erbij geroepen omdat de leerling een schop onder zijn kont nodig heeft, omdat de onderwijs-avatar teveel emotioneel betrokken is geraakt bij zijn pupil.

Deze blog mag in zijn geheel worden overgenomen mits er aan goede bronvermelding gedaan wordt, met een verwijzing naar: www.martijndewinter.nl

maandag 15 november 2010

De hele wereld in een klik

De wijze waarop de leerkracht les geeft in de afgelopen jaren is niet wezenlijk veranderd. De nadruk is komen te liggen op adaptief en opbrengstgericht werken, de zorg voor het individu is toegenomen en zo is er nog wel wat te noemen, maar op de meeste scholen worden leerlingen toch nog altijd ingedeeld op geboortejaar en bepaalt de tijd die sindsdien verstreken is wat je aan het leren bent.
Wanneer je echter kijkt naar de verandering van leermiddelen, in laten we zeggen, de afgelopen 5 jaar. Weet je niet wat je ziet.
Zo'n beetje het volledige onderwijsveld heeft massaal gekozen voor digitale schoolborden en touchscreens. Dat heeft voor veel leerkrachten betekend dat ze moesten worden geschoold in de bediening van het nieuwe bord en dat het even wennen was om er op te schrijven. Iedere leerkracht zal bevestigen dat dit toch vrij snel gaat. De meeste leerkrachten zouden nu ook niet meer zonder hun klassikale presenteermiddel willen, want let wel, het draagt niet als vanzelf bij aan adaptief onderwijs. Hoewel de voorbeelden er wel zijn.





Dat klinkt allemaal als gewoon een verandering van apparaat, zoals een machine die de afwas voor je doet. De impact is echter heel veel groter. Met de komst van het digitale schoolbord is namelijk in een klap de hele wereld de klas binnengekomen.
Het doet er niet toe waar het in de klas over gaat, je hebt binnen enkele klikken foto's, filmmateriaal en teksten op je bord. Vervolgens zoom je in met Google Earth om de locatie van het gebeuren in kaart te brengen en met Google-Streetview loop je er met de klas even omheen. Of het nu gaat om de speeltuin in de buurt, de markt in Hong Kong of het Witte Huis in Washington. Het is allemaal een klik verwijderd van de klas.

Voor de leerlingen is er niks nieuws bij hoor. Ze vragen zich hooguit af waarom sommige leerkrachten zoveel niet laten zien.





Links:
www.werkenmetgoogleearth.nl
Cursus Google Earth in de klas
Google Earth lesideeën van Jeroen Rougoor

Deze blog mag in zijn geheel worden overgenomen mits er aan goede bronvermelding gedaan wordt, met een verwijzing naar: www.martijndewinter.nl